Bovenstaande afbeelding is een icoon van de drie vrouwen bij het lege graf – geschilderd door de dochter van Alexander Men



Vandaag is het feest van de mirredragende vrouwen en de gedenkdag van Jozef en Nicodemus — twee Farizeeën, twee leden van de raad die de Heer hebben begraven — het is een dag van verheerlijking van trouw, want alleen deze mensen bleven in de eerste dagen na de kruisiging trouw aan de Heer. Nicodemus en Jozef geloofden het woord van Jezus. Voordien waren ze bang om hun geloof in het komende koninkrijk van God dat openlijk te uiten; ze kwamen heimelijk naar Hem toe. U herinnert zich hoe Nicodemus ‘s nachts naar Hem toe kwam, zodat zijn metgezellen niet zouden zien dat hij zich tot de vervolgde leraar wendde.

Komen velen van ons niet vaak zo naar de Heer, beschaamd en zich verbergend? Ik heb nog steeds een beeld in mijn geheugen dat ik vele jaren geleden zag. Het was ver weg, in Siberië, met Pasen. ‘s Nachts was de kerk vol en mensen stonden om de kerk heen. Een professor van het instituut kwam ook naar de kerk. Hij stond er als een tollenaar achteraan in de menigte, met opgeslagen kraag en een muts diep over zijn hoofd getrokken. Hij maakte kleine kruistekens, om zich heen kijkend. Zijn ziel verlangde naar de kerk, maar hij was bang. Maar kunnen we hem veroordelen? Als iemand hem daar toen had gezien, zou hij waarschijnlijk vele bittere momenten en problemen hebben gehad en misschien zelfs zijn baan zijn kwijtgeraakt.

Zo moest ook Nicodemus ‘s nachts komen. En Jozef van Arimathea, die zich zo nu en dan uitsprak tegen de vijanden, ter verdediging van de Verlosser was ook zijn heimelijke leerling. Zij bleven Hem trouw in de meest wanhopige, in de meest betreurenswaardige momenten, toen alle leerlingen de Heer verlieten en wegvluchtten. Jozef en Nicodemus, hun positie riskerend, gingen naar Pilatus en vroegen toestemming om het lichaam van de geëxecuteerde leraar te begraven. De lichamen van degenen die terecht waren gesteld werden gewoonlijk in een massagraf gegooid, maar Pilatus gaf hun toestemming. Daarom waren het, zoals we weten, nu juist Jozef en Nicodemus die het lichaam van de Heer naar het graf brachten, dat zich in de tuin bevond.

En de vrouwen keken van verre toe; ze durfden niet dichterbij te komen, maar ze waren wel op Golgotha, waar maar weinig mensen waren die dicht bij de Heer stonden. Terwijl ze de maagd Maria ondersteunden, stonden er vrouwen van wie we bijna niets weten. We kennen alleen hun namen: Maria uit Magdala ofwel Maria Magdalena, Johanna (de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herode), Salome, de moeder van de apostelen Jakobus en Johannes, en enkele andere vrouwen uit Galilea. Ze stonden op de heuvel Golgotha en keken toe hoe hun Heer en Leraar stierf. Ze zagen waar het lichaam werd neergelegd en beloofden zichzelf: wanneer de sabbatdag voorbij was, waarop niets gekocht of verkocht mocht worden, zouden ze specerijen gaan kopen, het lichaam van de Heer zalven en zelf de begrafenisrituelen verrichten. Want Jozef en Nicodemus hadden de begrafenis voorafgaand aan zonsondergang in haast volbracht.

Het is verbazingwekkend: juist aan deze vrouwen verscheen de Heer eerst, en pas daarna aan Petrus en de anderen. Dat vertellen de evangelisten ons. De apostel Paulus zegt weliswaar dat Hij eerst aan Petrus verscheen, maar hij had het oog op de apostelen, toen hij dit schreef. Om die reden noemde hij Maria Magdalena niet.
U weet dat de vrouwen begrafenisbenodigdheden en mirre meebrachten. Om die reden worden ze bij ons ‘mirredraagsters’ genoemd. Welnu, zij zagen Hem als eersten.
Hiermee wordt de vreugde getekend van overwinning en van geloof. Dit geloof manifesteerde zich als trouw in een bitter en moeilijk moment. Het is gemakkelijk om trouw te zijn in triomf en vreugde, het was gemakkelijk om trouw te zijn aan de Heer op de dag van zijn triomfantelijke intocht in Jeruzalem, toen het hele volk Hem verwelkomde, jubelend en verheerlijkend. Maar Hem trouw blijven op de dag van zijn schandelijke dood — dat was echte trouw. Zo is het ook met ons geloof. Geloven zonder trouw is onmogelijk. Er zijn nu eenmaal verschillende omstandigheden in het leven, verschillende toestanden van ziel en lichaam. Wanneer je moedeloos bent, ziek, lijdend, wanneer je de moed laat zakken en je hart vol is van bitterheid, en je door het leven gekwetst bent – juist dán trouw blijven aan de Heer, dát is het ware geloof.

De heilige vrouwen

Vandaag eren we ook alle vrouwen die geloven. Deze dag is van betekenis voor elke christelijke vrouw. De geschiedenis leert ons op hoe verschillende manieren een vrouw de Kerk van Christus kan dienen, want zij is geroepen tot Gods dienst, zoals de moeder Gods Hem diende, die eerbiedwaardiger is dan de Cherubijnen. Toen de Heer bij Martha en Maria was, zei Hij dat men niet alleen het huishouden moet doen, koken en dergelijke en dat men niet alleen in de keuken moet zijn. Hij zei dat Maria het goede deel had gekozen — zij luisterde naar zijn woord. Naar zijn woord luisterden zovelen meer: zowel martelaressen die hun leven voor het geloof hebben gegeven; als koninginnen, zoals Helena of prinses Olga, die zich eerst zelf bekeerden en daarna meehielpen bij de bekering tot het geloof onder hun onderdanen. Het geldt ook goede moeders met veel kinderen, zoals de heilige Juliana Lazarevskaya, die een wonderbaarlijk goed mens was die hongerigen redde van de dood; in de moeilijke jaren van het Oude Rusland was zij een moeder voor vele, vele mensen. We denken aan Moeder Theresa, die onlangs onze gemeente bezocht en aan velen meer, onder andere aan een non uit Parijs, die ook Maria heette. Zij woonde er in ballingschap en stierf in een Duits concentratiekamp, alleen omdat ze mensen redde van vervolging door de fascisten.

Deze vrouwen zijn heldinnen — heiligen van onze tijd. Door hen te vermelden, wil ik gewoon laten zien dat de grote dienst van vrouwen niet iets van een eerbiedwaardig verleden is, maar iets van vandaag. Dit dienen is iets dat openstaat voor ons, voor u, vrouwen. Vandaag wensen wij u allen veel zegen toe – moeders, grootmoeders, echtgenotes, zusters, dochters – met deze dag, die een beetje de uwe is, opdat de Heer u zegene en sterke in de dienst aan de Geest en Waarheid van het Evangelie. Amen.

Emeritus predikant

Alexander Men (1935-1990)

"Alexander Men (1935-1990) was een Russisch Orthodoxe priester. Hij werd gedreven door de wens om het Evangelie in de actualiteit te brengen en de grandeur ervan aan te tonen. Meer over hem is te lezen door de volgende link te openen: https://www.ecclesianet.nl/publicaties/alexander-men-1935-1990-6857"