Het boekje Wijsheid van Salomo is een werk met een boodschap voor vandaag. In het volgende nummer van Ecclesia wil ik, als afsluiting van de artikelenreeks ‘Om de ziel van de jongere’, er verder aandacht besteden. In dit artikel wil ik wijzen op de actualiteit van het geschrift, vooral met het oog op de huidige internationale politieke situatie.

Psalm 2
De auteur van de Wijsheid van Salomo heeft zich laten inspireren door Psalm 2. De opbouw ervan komt overeen met het stramien van deze Psalm. In Psalm 2 wordt allereerst gesteld dat de volkeren (de vorsten) ijdele dingen bedenken: ze staan op tegen God en zijn gezalfde, de koning van Israël, die uit het geslacht van David is. Op die manier spannen ze ook samen tegen het volk van God, Israël. De Psalm laat vervolgens zien hoe de reactie daarop is van God zelf. Veelbetekenend wordt Hij omschreven als ‘die in de hemel zit’. God is soeverein. Hij is machtig – wie kan ingaan tegen wat Hij besluit en zich voorneemt? De vraag stellen, is haar beantwoorden. Daarom lacht God om de pogingen van heidenvorsten om Hem en degene die Hij voor het koningschap bestemde van de troon te stoten. De Psalmist voert God sprekend in: ‘Ik toch heb mijn koning gezalfd over de Sion!’ In de LXX is het de gezalfde koning zélf die spreekt, hij houdt de vijandige vorsten voor: ‘Ik ben door God gesteld tot koning op de Sion, zijn heilige berg!’ De koning beroemt zich erop dat God hem zijn zoon genoemd heeft en als zodanig roept hij de vijandige koningen op om hem te erkennen en zich door hem te laten onderwijzen. Als ze daartoe bereid zijn, zal het hun goed gaan; weigeren zij, dan zal hen dat duur komen te staan. Zoals gezegd: de Wijsheid van Salomo heeft dezelfde opbouw als Psalm 2. In het eerste gedeelte vertelt ‘iemand’ hoe de vorsten ‘ijdele dingen’ bedenken en vijandige bedoelingen koesteren tegen de rechtvaardige, die zich Gods zoon noemt. Vervolgens blijkt deze ‘iemand’ Salomo te zijn. Hij vertelt over hoe hij het koningschap aanvaardde en stelt zichzelf tot een voorbeeld: zijn wijsheid bestaat erin dat hij wist dat hij aangewezen was op Gods wijsheid. In het derde gedeelte vertelt hij hoe de Wijsheid zich in de geschiedenis heeft gemanifesteerd: zij heeft vanaf de oergeschiedenis de vaderen geleid tot in de tijd van Mozes toe. Deze ‘leiding’ bereikte zijn climax in de uittocht uit Egypte en de doortocht door de Rode Zee. Daar vonden de Egyptenaren de ondergang, terwijl Israël werd gered: voor Israël was er het Licht, voor de Egyptenaren duisternis. Door hun weigering om naar de stem van de Wijsheid te luisteren, hadden zij zichzelf in de duisternis opgesloten.

De centrale boodschap
De centrale boodschap van het boekje brengt de schrijver in de eerste regel direct naar voren: ‘Heb gerechtigheid lief, u vorsten der aarde!’ Naar alle waarschijnlijkheid denkt hij daarbij in eerste instantie aan Herodes de Grote, maar ook de keizer heeft hij voor ogen en diegenen die het gezag van Rome in zijn naam tot gelding brengen; ook in Egypte, waar hijzelf woont (Alexandrië). Het werkje is waarschijnlijk rond 30 voor Chr. geschreven, in een tijd dat zich in de wereldgeschiedenis een nieuwe situatie voordeed. Nog niet zolang geleden was in Israël het vorstenhuis van de Hasmoneeën in verval geraakt en was de vader van Herodes door toedoen van de Romeinse veldheer Pompejus de eigenlijke machtshebber geworden. Herodes trouwde met Mariamne, een dochter van de laatste Hasmoneïsche koning. Veertig jaar regeerde hij op gezag van de Romeinse keizer (Augustus) over Israël. Deze kon een briljant strateeg als Herodes aan de oostgrens van zijn rijk goed gebruiken. Daarbij moet worden aangetekend dat Augustus een menselijker bewind voerde dan Herodes. Herodes groeide uit tot een wreed tiran, die gedreven werd door een ziekelijk wantrouwen. Naar buiten toe deed hij alsof hij Israëls godsdienst respecteerde, in werkelijkheid was hij een hedonist en hield hij er een leefwijze op na die in een schril contrast stond met alles wat in Israël vanouds voor heilig werd gehouden. Achter de schermen leidde hij een liederlijk leven. En dat terwijl hij – mede door de tempel te bouwen – zich erop wilde laten voorstaan dat hij in de lijn stond van de meest illustere koningen van Israël: David en Salomo. Zoals gezegd: het heeft er alles van weg dat de Wijsheid van Salomo zich in eerste instantie tot hem richt. Het werk heeft voor de dagen van Herodes een uitermate actuele boodschap. Een boekje voor onze tijd! De Wijsheid van Salomo is van blijvende betekenis1. De centrale boodschap, die vervat is in de oproep ‘Heb gerechtigheid lief, gij vorsten van deze aarde!’, blijkt keer op keer grote actuele waarde te hebben. Het zou een zegen zijn als de ‘vorsten’ van vandaag het boekje zouden lezen en er notie van zouden nemen! Wie zijn de ‘vorsten’ van vandaag en wat kenmerkt hun gedrag? Het staat wel vast dat hun profiel heel anders is dan dat van de wereldleiders van dertig à veertig jaar geleden. Ik noem enkele namen van destijds: Ronald Reagan, Michail Gorbatsjov, Helmut Kohl, Margareth Thatcher, François Mitterand. Zij waren er niet in eerste instantie op uit om hun positie of die van hun land te versterken, maar zochten het goede ook en juist in de internationale betrekkingen. Hun optreden had iets beslists, tegelijkertijd onderscheidden zij zich door een grote mate van welwillendheid en inschikkelijkheid, omdat zij in gezamenlijkheid poogden (voor zover dat mogelijk is) recht en vrede in deze wereld te waarborgen. Dat is medio 2020 volstrekt anders. De internationale politiek kenmerkt zich door polarisatie en verbrokkeling. Ik laat enkele van de belangrijkste wereldleiders van vandaag de revue passeren. Rusland In Rusland zwaait sinds 2000 Poetin de scepter. Aanvankelijk nam hij een open houding aan richting het Westen. Ook droeg hij de kerk een warm hart toe, iets wat zeer opmerkelijk was na jarenlange repressie. Wat het laatste betreft: nog steeds steunt Poetin de Russisch-orthodoxe kerk. Daarbij is het de vraag of hij dat doet uit een persoonlijke betrokkenheid op het christelijke geloof als zodanig of uit nationalistische motieven. Poetin is er zich in ieder geval van bewust hoe sterk de kerk aanwezig was in de geschiedenis van Rusland en hoe zij in het hart van de gemiddelde Rus, ondanks decennia van communistische dictatuur, nog steeds een belangrijke plaats inneemt. Zijn houding naar het Westen is inmiddels sterk vijandig geworden. Is dat omdat hij er beducht voor is dat de doorgeslagen permissiviteit in het Westen overspringt naar Rusland en daar ondermijnend zal werken? Is de koers die Amerika insloeg ten tijde van president Georg W. Bush, toen deze de tweede Golfoorlog begon, voor hem het punt van omkeer geweest omdat hij zich op achterstand gezet voelde? Of is het uit pure machtspolitiek? Hoe dit ook zij, een feit is dat hij in de afgelopen tijd door politieke manoeuvres zijn macht voor jaren veilig heeft gesteld. Het is ook een feit dat hij de oppositie zoveel mogelijk monddood maakt en dat critici van tijd tot tijd op lugubere wijze uit de weg worden geruimd (waarbij zijn rol heel onduidelijk blijft) en dat zijn buitenlandse politiek zwaar te denken geeft (zijn optreden in de Krim, in Syrië, Afghanistan en de infiltratie in buitenlandse verkiezingen). Turkije, het Midden-Oosten en China Ook de politiek van de Turkse president Erdogan kenmerkt zich door uitgesproken machtspolitiek. Ook hij heeft zijn positie voor lange tijd veilig weten te stellen. Tegenstanders worden zwart en monddood gemaakt en vastgezet. Maar juist deze politiek lijkt hem op te breken. Buitenlandse bedrijven mijden Turkije, investeringen blijven uit, waardoor de toch al aanwezige economische malaise alleen maar groter wordt. Hij mag er hoog van opgeven dat in de Zwarte Zee gasvelden gevonden zijn – het zal hem in de eerstkomende tijd niet helpen om er economisch bovenop te komen. Het laat zich aanzien dat dit zijn populariteit geen goed zal doen en de onvrede onder het volk aanwakkert. Het is de vraag hoelang hij de volksgunst, mede door het tamboereren op nationale gevoelens, zal behouden. Hoe hij erop zal reageren als die hem ontvalt, is allerminst duidelijk. Dan is er de figuur van Assad in Syrië, die gesteund wordt door Iran. Iran zelf wordt gedreven door haat tegen het Westen en Israël. Het land laat in het hele Midden-Oosten zijn invloed steeds meer gelden, niet in het minst in het arme Libanon dat zich niet meer kan losmaken van Hezbolla, dat nauwe banden heeft met het Iraanse regime. Dan is er China, waar de regering een steeds grotere repressie uitoefent. We hoeven maar te denken aan het optreden in Hongkong en de steeds toenemende onderdrukking van de kerk. In dezelfde oostelijke wereld zwaait in Noord-Korea president Kim de scepter. Zijn tirannieke optreden kent geen grenzen. Amerika In de Westerse wereld geeft president Trump de toon aan. Op zijn zachtst gezegd is zijn manier van politiek bedrijven destabiliserend en polariserend. Als hij nóg eens vier jaar aan de macht blijft, zal de ontwrichting waarschijnlijk alleen maar toenemen. Daarbij komt dat hij de democraten zoveel munitie geeft om zich af te keren van alles waar de Republikeinen voor stonden, dat te vrezen valt dat – als zij aan de macht komen – Amerika zich in ijl tempo vervreemdt van het christelijke verleden, wat opnieuw polarisatie en wanorde in de hand zal werken. Salomo Meer dan ooit hebben politici wijsheid nodig. In dat opzicht is het veelbetekenend dat de schrijver van het boekje Wijsheid van Salomo wijst op de jonge Salomo als illuster voorbeeld voor de vorsten van zijn tijd. In 1 Koningen 3 valt te lezen over hoe de jonge Salomo na de dood van zijn vader David het koningschap aanvaardde. Hij bracht in het gebergte van Gibeon een offer aan God. Hij was ervan doordrongen dat hij voor een immens moeilijke opgave stond: het volk te leiden in gerechtigheid. Het beste wat hij kon doen, was God te vragen om wijsheid. Hij bad: Nu dan, HERE, mijn God! Ú hebt uw dienaar koning gemaakt in de plaats van mijn vader David, ík echter ben een jonge man: ik weet niet uit of in te gaan. En uw dienaar is te midden van uw volk geplaatst, dat U verkozen hebt, een groot volk, dat vanwege de menigte niet geteld of geschat kan worden. Geef dan uw dienaar een opmerkzaam hart, om recht te kunnen spreken over uw volk, om met inzicht onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad, want wie is in staat over dit machtige volk dat het uwe is recht te spreken? Salomo in de Wijsheid van Salomo De auteur van het boekje Wijsheid van Salomo heeft in zijn tijd déze jonge Salomo voor het voetlicht willen halen. Let wel: de schrijver moet een briljante geest geweest zijn, een kind van zijn tijd, die heel goed op de hoogte was van wat zich in zijn dagen in de politiek, in de geesteswetenschap en de wetenschap als zodanig voordeed. Wat de auteur meegeeft, is buiten gewoon diep, geestrijk en opbouwend. Het Grieks dat hij gebruikt, is daarbij van onvergelijkelijke schoonheid. In het boekje houdt ‘Salomo’ de vorsten voor: ‘Ik ben, ook al ben ik een vorst, net als ieder ander mens. Hoe broos was ik bij mijn geboorte! Ik was aangewezen op hulp van anderen. Ik ben kort van dagen. Ik ben geroepen om te regeren. U en ik, we zullen rekenschap afleggen tegenover God. Hij is niet onder de indruk van u, hoe machtig u ook bent: groot en klein maakte Hij. Hoe zouden wij kunnen regeren, zwakke mensen als wij zijn, als God ons niet de wijsheid geeft? Hoe houden we het spoor recht, als God niet helpt? Pas wie hiervan doordrongen is, pas wie deze realiteit (!) onder ogen ziet, is in staat te regeren! Alleen hij kan tot zegen zijn van zijn volk. Een tiran is dat niet. Hij richt zichzelf en zijn volk te gronde. Daarom bidt hij: God van mijn vaderen, en Here der barmhartigheid, die alle dingen gemaakt hebt door uw Woord en door uw Wijsheid de mens zo hebt geschapen dat hij zou heersen over de schepselen, die bij U hun oorsprong hebben en dat hij de wereld zou regeren in heiligheid en gerechtigheid, en in oprechtheid van hart zou oordelen. Geef mij de Wijsheid, die naast u troont, en sluit mij niet uit buiten de kring van uw kinderen. Want ik ben uw dienstknecht en een zoon van uw dienstmaagd, een zwak mens, en van korte duur, te onervaren om het recht en de wetten te begrijpen. Want ook al zou iemand onder de mensen de volmaaktste zijn, wanneer hij van de wijsheid die van U komt, verstoken blijft, is hij toch van geen enkele waarde. U hebt mij verkoren om koning over uw volk te zijn, en rechter over uw zonen en dochteren. U hebt gezegd, dat ik een tempel op uw heilige berg zou bouwen, en een altaar in de stad van uw woning, naar het voorbeeld van de heilige tent, die U al in het begin had ontworpen. Bij U is de Wijsheid, die uw werken kent. Zij was bij U, toen U de wereld maakte, zij weet wat aangenaam is in uw ogen en wat recht is, in overeenstemming met uw geboden. Zend haar uit uw heilige hemelen, ja, zend haar van bij de troon van uw glorie, opdat zij me zal bijstaan in alle moeilijkheden, zodat ik zal onderkennen wat uw goedkeuring wegdraagt. Want zij weet en begrijpt alle dingen, zij zal mij met voorzichtigheid leiden in wat ik verricht en mij met haar uitstraling behoeden. Dan zullen mijn werken aangenaam zijn voor U, en zal ik uw volk rechtvaardig richten en de troon van mijn vader waardig zijn. Want wie van de mensen kan de raad van God kennen of wie zal wat God wil doorgronden? Willem van Oranje en de wereld van nu Alweer enige jaren geleden schreef mevrouw Blandine Kriegel een boek over Willem van Oranje: La République et le Prince moderne.2 Zij noemt Willem van Oranje een van de grootste politici ooit. Wie op de hoogte is van het leven van (vooral de latere) Willem van Oranje, ziet in het profiel van de koning zoals de Wijsheid van Salomo die schildert, veel terug van wat we bij Willem van Oranje tegenkomen. Als íemand het volk (en de kerk!) onbaatzuchtig gediend heeft, dan hij! En juist hij is voor de hele wereldgeschiedenis van grote betekenis geweest. Zijn geheim was dat hij zijn houvast vond in en zich liet leiden door het Woord van God. Zijn brieven bewijzen het van regel tot regel. Willem van Oranje muntte uit in wijsheid. Hij wist een woord op zijn tijd te spreken, was in staat mensen te peilen, situaties in te schatten en daarop zo in te spelen dat er werkelijk iets goeds uit voortkwam. Over het leven in Nederland lag na zijn dood iets van wat we lezen in Psalm 72, de Psalm die David dichtte voor Salomo. De wijsheid van de prins deed hij op door zelf te luisteren naar de stem van de Wijsheid. De Wijsheid van Salomo laat zien dat de stem van de Wijsheid tot ons komt in de Bijbel en zich manifesteert in de geschiedenis. Dit laatste belicht hij vooral in de slothoofdstukken. De Bijbel en de historie spreken eenzelfde taal, of zoals Groen van Prinsterer zei: ‘De geschiedenis getuigt mee met de openbaring en is er het vlammend schrift van.’ De wereldleiders (en zo de wereld) zouden erbij gebaat zijn als zij de Wijsheid van Salomo zouden lezen en ter harte zouden nemen. Dat geldt ook voor de christelijke gemeente, vooral waar ze zwaar onder de ‘koningen’ te lijden heeft.

Noten
1 Dante verwijst er uitdrukkelijk naar in Paradiso, canto XVIII.
2 Blandine Kriegel, La République et le Prince moderne, Paris, 2011.